Vruchtwisseling 2026

Elk tuinjaar beginnen we opnieuw met de indeling van onze gewassen door het opstellen van een teeltplan. Om bodemmoeheid te voorkomen, dus om een actief gevarieerd bodemleven, een goede bodemstructuur en een evenwichtige voedingstoestand te bereiken, wordt vruchtwisseling toegepast.

Er wordt bij vruchtwisseling dus nooit eenzelfde gewas op dezelfde plaats geteeld.

Vruchtwisseling kan in twee vormen plaatsvinden:

  • Na elkaar, dan spreken we van een vruchtwisseling die over meerdere jaren verloopt, de zogenaamde wisselteelt.
  • Door elkaar heen, dan spreken we van combinatieteelt. Combinatieteelt is een permanente vruchtwisseling in elk bed.

 Beide soorten vruchtwisseling hebben hun eigen voordelen en spelregels. Met uitzondering van de aardappelteelt, waar wisselteelt verplicht is, zijn beide vormen van vruchtwisseling bij onze vereniging toegestaan.

 Aardappelplaats 2026

Ter voorkoming van aardappelmoeheid, een ziekte die wordt veroorzaakt door aaltjes (voor aardappels zijn dat de Heterodera soorten), mag WETTELIJK slechts eens in de vier jaar hetzelfde stuk grond gebruikt worden voor aardappelteelt. Eenmaal aangetroffen is aardappelmoeheid niet te bestrijden.Tevens dient de vereniging in het kader van de landelijke bestrijding van de aardappelziekte, welke wordt veroorzaakt door een schimmel (genaamd: Phytophtora infestans), maatregelen te nemen om Phytophtora besmetting te voorkomen en wanneer, ondanks alle getroffen maatregelen, toch een Phytophtora besmetting wordt geconstateerd, de gevolgen daarvan te beperken.

Om aardappelmoeheid en aardappelziekte te voorkomen wordt door het bestuur van de Flevotuin elk jaar, op advies van de Plantenziektenkundige Dienst te Wageningen, een bindend vruchtwisselingsschema (1:4) opgesteld. Om deze wisselteelt toe te kunnen passen bent u verplicht uw gehele tuin in vier gelijke delen te verdelen, te meten vanaf uw toegangspoortje tot en met de achterkant van uw tuin. Dus inclusief een eventuele kas of schuur! Voor 2026 is de aardappelplaats het 3e vak, gerekend vanaf het toegangspoortje (zie tekening).. Als u uw tuin in vijf delen hebt verdeeld, dan doet het vijfde vak niet mee in de vruchtwisseling.                                   TEELTSCHEMA 2026:

Toegans
Poortje
Tuin

 

VAK 1
Kruisbloemige
 
Bloemkool
Boerenkool
Brocolli
Chinese kool
Rode kool
Savooikool
Spitskool
Spruitkool
Witte kool
Koolraap
Koolrabi
Meiknol
Rammenas
Raapstelen
Radijs
Paksoi
Tuinkers
 
VAK 2
overige
 
Aardperen
Andijvie
Bieten
Courgette
Groenlof
Knoflook
Knolselderij
Pastinaak
Postelein
Prei
Schorseneren
Sjalot
Sla,  snijsla, veldsla
Snijbiet
Spinazie
Uien
Witlof
Wortelen
Vak 3
Nachtschadige
 
Aardappelen
Ananaskers
Aubergine
Paprika
Peper
Tomaten
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Vak 4
Vlinderbloemige
 
Doperwten
Droogbonen
Kapucijners
Peulen
Pronkbonen
Slabonen
Snijbonen
Tuinbonen
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

 

Bij het poten van de aardappelen zijn alleen gekeurde pootaardappelen met label toegestaan. Dit label dient u op verzoek direct te tonen aan uw tuincommissaris, zodat controle mogelijk is. Indien uw commissielid constateert dat uw aardappels verkeerd staan of dat u niet aan kunt tonen dat u goedgekeurd pootgoed gebruikt, dient u uw aardappels binnen 24 uur te verwijderen en loopt u het risico een aardappelteeltverbod te krijgen voor de volgende drie jaar. De vereniging dient hier streng de hand aan te houden, omdat anders vanuit de Plantkundige Dienst en de Algemene Inspectiedienst een zware boete en/of een algeheel aardappelteeltverbod opgelegd kan worden aan de gehele vereniging.

Wisselteelt 2026

Vanwege het feit dat wisselteelt voor de aardappels verplicht is, is deze vorm van telen binnen onze vereniging de meest gangbare. Om bijvoorbeeld ziektes als knolvoet tegen te gaan raden wij u aan deze vorm van telen minimaal ook voor uw koolsoorten toe te passen. Verder adviseren wij u de wisselteelt voor al uw gewassen toe te passen.

Het schema is gebaseerd op een vruchtwisseling van één op vier. Maar ook de gewassen die een ruimere vruchtwisseling nodig hebben komen aan hun trekken. De groepen blad-, wortel-, knol- en vlinderbloemige gewassen zijn in twee helften gedeeld. Na drie jaar worden deze helften omgedraaid, zodat de gewassen die hierop staan een vruchtwisseling krijgen van één op de acht jaar.

Bij het opstellen van uw teeltplan dient u er wel rekening mee te houden dat er ook planten zijn die niet zo'n last hebben van bodemmoeheid en dat er zelfs planten zijn die het prettig vinden ieder jaar op dezelfde plaats te staan, zoals bijvoorbeeld tomaten.

Het is heel goed mogelijk om in één seizoen meer dan één gewas op hetzelfde stuk grond te telen. Een paar dingen zijn dan van belang. Kies de juiste gewasgroep, bijvoorbeeld vlinderbloemigen na vlinderbloemigen en koolsoorten na koolsoorten.

Na het aardappelgewas is het moeilijk om een nagewas te telen, omdat de vruchtwisseling voor sommige gewassen dan niet meer haalbaar is. Na vroege aardappelen kunt u wel steeds aardbeien planten. Als u weer aan aardappelen toe bent, ruimt u ze weer op, zodat de aardbeien drie seizoenen op dezelfde plaats staan.

In de praktijk worden er veel fouten gemaakt. Ondanks dat er op veel tuinen knolvoet voorkomt, worden op alle kale plekken in de tuin radijs gezaaid en boerenkoolplanten gezet. Op een dergelijke manier is het risico groot dat u binnen vier jaar weer kool teelt op hetzelfde stuk grond. Bovendien wordt ook regelmatig een kruisbloemige groenbemester zoals, bladrammenas, bladkool, gele mosterd en rapen in alle vakken gebruikt. Op deze manier kan op een besmette tuin de knolvoetschimmel geactiveerd worden. In een gezonde tuin dient u alleen kruisbloemige groenbemesters te gebruiken in het koolvak.

 

Was deze informatie nuttig?